Het moralistische vingertje
In ons werk hebben wij hier steeds meer mee te maken. Recent is er in de Tweede Kamer een motie aangenomen die de minister oproept de ‘bio-industrie’ uit te faseren. Het moralistische vingertje van Tjeerd de Groot die het liefst de veehouderij uit Nederland ziet verdwijnen. Handig gebruikmakend van zijn dierenvriend Dion Graus en een aantal andere politieke partijen. Hoewel wij allemaal weten dat Nederland geen bio-industrie heeft maar mooie familiebedrijven die met een duurzame en innovatieve veehouderij een bijdrage leveren aan de voedselvoorziening is de toon wel gezet. Over de gevolgen van de wens om de veehouderij drastisch in te krimpen of uit Nederland te verbannen wordt niet nagedacht. Blijkbaar is het voor de journalistiek niet interessant om deze vraag te stellen en op onderzoek uit te gaan.
De export van levend vee naar derde landen is ook zo een onderwerp. Het moralistische vingertje zegt dat we dit niet moeten willen. De argumenten ‘dat we niet voor de hele wereld hoeven te produceren’ en ‘dat we moeten inzetten op export van genetisch materiaal’ vieren hoogtij. Ook hier niet het onderzoek wat de gevolgen zijn van het steeds verder inperken van de export van kwalitatief hoogwaardig en duurzaam vee. Ik sprak met Rob de Wijk. Hoogleraar internationale betrekkingen en founder van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies. Hij wond er geen doekjes om. Nederland verliest haar internationale positie. Waar we vroeger de Gouden Eeuw hadden, een aantal jaren geleden meekonden met de Amerikaanse economie, zien we nu dat de Chinese groeit en de Nederlandse economie achteruit kachelt. Dat is een zorgelijke ontwikkeling en moeten wij niet willen. Zijn pleidooi in mijn woorden: voedsel (in brede zin van kennis tot ontwikkeling) is een belangrijk strategisch wapen. Dat moeten we gebruiken om onze rol als Nederland in het mondiale speelveld te versterken. De export van levend vee naar derde landen is daar ook onderdeel van. Je moet zorgen dat het netjes gebeurt maar je kan niet het moralistische vingertje opsteken dat je dat niet wilt. Het is onderdeel van een systeem. Verderop in dit magazine een deel van het interview met Rob de Wijk.
Een paar weken geleden bleek uit een onderzoek van VNO NCW en MKB-Nederland dat de helft van de ondernemers Nederland geen fijn land meer vindt om te ondernemen. Eén op de vijf ondernemers overweegt zelfs om Nederland te verlaten. Steeds meer nieuwe regels die ondernemers dwarszitten of het ondernemen onmogelijk maken. De stapeling van regels is onnavolgbaar en zeker niet uitvoerbaar. Vergunningen kunnen worden ingetrokken omdat er iemand anders met een zogenoemd ‘moreel kompas’ aan de knoppen zit. En helaas hoor ik dit ook bij onze leden.
Meer gezond boerenverstand
Een moralist ziet dingen als goed of kwaad. Onderwerpen die ze als verwerpelijk zien proberen ze te bestrijden. Zelfs als de schadelijkheid van het onderwerp niet is gebleken of niet is bewezen. De tegenhanger van het moralisme is het pragmatisme. Een stroming die de focus legt op het verbinden van praktijk en theorie. In het pragmatisme staat de mens als handelend wezen centraal en staan handelen en denken in dienst van het oplossen van praktische problemen. In afwachting van een nieuw kabinet en de aanstaande Europese verkiezingen roep ik op tot meer pragmatisme. Of in normale mensentaal: Meer gezond boerenverstand!