Persbericht: LTO, POV en V&L pleiten voor zorgvuldige inspraakprocedure bedrijven agrarische sector bij verzoeken tot openbaarmaking
Gisteren was de rechtelijke zitting in een civiele zaak van mediabedrijven NRC, Follow the Money en Omroep Gelderland tegen de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. LTO Nederland, POV en Vee&Logistiek Nederland hebben zich in deze procedure gevoegd aan de zijde van de Minister (de Staat). De mediabedrijven proberen in deze procedure de mogelijkheid voor een effectieve zienswijzeprocedure voor bedrijven in de agrarische sector in te perken. Zo vinden de mediabedrijven dat de overheid bedrijven in de agrarische sector enkel zou moeten informeren over openbaarmakingsverzoeken via een publicatie in de Staatscourant.
LTO Nederland, POV en Vee & Logistiek Nederland verzetten zich hiertegen. Een publicatie in de Staatscourant is geen effectieve manier om bedrijven in de agrarische sector te informeren over belangrijke besluiten die de overheid wil nemen. Volgens LTO, POV en V&L moeten bedrijven in de agrarische sector een effectieve mogelijkheid hebben om inspraak te hebben in de openbaarmaking van hun gegevens. Deze inspraak moet volgens de drie organisaties zo plaatsvinden dat de overheid de betreffende bedrijven persoonlijk aanschrijft en vermeldt welke informatie de overheid voornemens is om openbaar te maken en op welke wijze deze bedrijven daarop binnen een redelijke termijn kunnen reageren.
Agrariërs worden veelvuldig geconfronteerd met intimidatie, bedreiging, diefstaf of erf- of lokaalvredebreuk. Daar komt bij dat veel bedrijven in de agrarische sector buiten hun schuld om in onzekerheid zitten over hun vergunning doordat het wettelijk kader, waar zij zich aan hielden, achteraf door de Raad van State is aangepast. De openbaarmaking van gevoelige gegevens over emissies of dierenwelzijnsinspecties in combinatie met de openbaarmaking van persoonsgegevens van agrariërs leidt tot een verhoogd risico op intimidatie van de agrariërs en hun gezinsleden.
De uitspraak in deze zaak wordt op 4 september verwacht.